
Joris
Doplh Kessler (2024). Oorlog of vrede. Willen winnen of gelijkspel. Op vrede gerichte preventieve dialoog, een verkenning van de derde weg tussen pacifisme en von Clausewitz.Uitgeverij Peace-Dialogue-Publications, Den Haag, juni 2024. Paperback, 220 pagina’s, foto’s, grafieken, € 12,50. ISBN 978-90-834-2621-1
.
Oorlog of vrede. Willen winnen of
gelijkspel
De auteur is stedenbouwkundig ingenieur, organisator van studiereizen en fotograaf. Dit boek, met een veel te lange titel, start in Lviv met de oorlog in Oekraïne en een pleidooi voor een neutraal Oekraïne. Het Russisch imperialisme wordt daarbij onderschat: Poetin is niet geïnteresseerd in een neutraal Oekraïne, wel in de verovering van het land. Net zoals zijn helper Xi Jinping per se Taiwan wil inpalmen. De kans is dus klein dat de oorlog voorkomen had kunnen worden, maar dat was in 2024 nog niet zo duidelijk als nu in juni 2025.
Inhoud
Oorlog of vrede. Willen winnen of gelijkspel
Kessler toont aan hoe de diplomatie verwaarloosd werd, zowel bij
WO I, Oekraïne als Gaza: er was geen op vrede gerichte dialoog,
enkel Von Clausewitz telde (‘Oorlogvoering is de voortzetting
van politiek met andere middelen’, p. 31) . Bij de tegenkrachten
rekent hij het kapitalisme, het militair-industrieel complex en
de grootmachten, vooral dan de VS (p. 53-66).
In zijn zoektocht naar vreedzame co-existentie verkent hij de
mondiale instellingen zoals de VN en verwijst hij naar een
wereldorde met machtsevenwicht tussen vijf grootmachten, zoals
Münkler voorstelde. Kessler denkt dat een beweging van onderop
nodig is om de regeringen te dwingen zich te houden aan het
VN-Handvest van 1945. Hij rekent daarbij op de vredesbeweging,
de kerken, de paus, het Globale Zuiden, maar hij vergeet even
dat de Russische kerk volledig achter Poetins oorlog staat. Hij
stoort zich aan de Europese afhankelijkheid van de VS, maar hij
ziet een loskoppeling nog niet gebeuren. Hij vreest terecht voor
escalatie van de oorlog in Oekraïne en voor de Gaza-oorlog is
hij nog pessimistischer: de Palestijnen riskeren geen staat meer
te krijgen (p. 118-121).
Poetin dan: “Als hij stopt met vechten, is de oorlog voorbij.
Als Oekraïne stopt, staat de bevolking een wrede onderdrukking
te wachten” (p. 141).
Velen zijn het daarmee eens, zeker zij die in ‘De Groene
Amsterdammer’ van 19 mei 2025 gelezen hebben dat er in de
bezette gebieden 29 martelkamers geïdentificeerd zijn en dat
17.000 kinderen naar Rusland ontvoerd zijn. Maar Kessler
nuanceert. Hij verwijst naar maart 2022, toen een
staakt-het-vuren nabij was, maar toen trok Oekraïne zich terug
onder druk van de VS en van Engeland: die wilden verder oorlog
om Rusland te verzwakken (p. 147).
Een andere versie is dat Oekraïne zich terugtrok toen de moorden
in Boetsja en Irpin ontdekt werden.
Kessler kiest voor vrede met gebiedsverlies en neutraliteit voor
Oekraïne (p. 157). Hij constateert wel dat de vredesbeweging
sterk vergrijsd is en deels zelfs vindt dat Oekraïne de oorlog
moet winnen (p. 165-166). Kessler meent dat het risico op een
kernoorlog nu groter is dan tijdens de Cubacrisis (1962).
Hij bespreekt ook de psychologie van escalatie en hoe deze
vermeden kan worden, de rol van de VN hierbij, de rol van taal,
uitsluiting, boycot en van oorlogspropaganda.
Beoordeling
Kessler zet de lezer aan tot nadenken over een
op vrede gerichte dialoog, over gelijkwaardige blokken, over de
gewenste revival van de VN en wat Oekraïne betreft: over de
bedreigingen die Poetin meende te hebben en over Taiwan: het
meest risicovolle conflict in de nabije toekomst.
Het boek heeft een heldere structuur. Maar het is niet zeker dat
de lezer het verschil zal vinden tussen pacifisme en op vrede
gerichte preventieve dialoog.
Kessler is goed gedocumenteerd, behalve wanneer hij Raoul
Hedebouw (p. 63) en ‘De Wereld Morgen’ (p. 122-123) als bron
gebruikt. Hij voorspelde in juni 2024 de overwinning van Trump
(p. 118), het toenemend geweld op de Palestijnen (p. 120) en de
toekomstige aanval van China op Taiwan (p. 127-128).
Hij noemt Jo Biden een hardliner, omdat hij de Russische
misdaden tegen de menselijkheid aanklaagde. Dan zijn er veel
hardliners. Poetin zal dit boek graag lezen: de NAVO-top van
Boekarest (2008) en de Oekraïense president Joesjtsjenko krijgen
de schuld voor de oorlog (p. 46-47). Uiteindelijk is Poetin
binnengevallen toen er geen sprake meer was van Oekraïens
lidmaatschap. En die invallen begonnen al in 2014.
Kessler toont het belang aan van het militair-industrieel
complex met gegevens uit … 1958 (p. 55). Die kloppen reeds lang
niet meer: nu zitten 30 van de 50 grootste Amerikaanse bedrijven
in andere sectoren dan de wapenindustrie. Bij de vermoedelijke
aanhechting van Taiwan bij China stelt de auteur een
overgangstermijn voor van 10 à 20 jaar. Blijkbaar vergeet hij
dat China de termijn voor Hongkong genadeloos genegeerd heeft en
dat ruim 80% van de Taiwanezen niet bij de Chinese dictatuur wil
horen.
Hij suggereert (p. 116) dat de VS ook de NAVO zullen inzetten
bij een conflict met China: daar is tot nu toe geen aanwijzing
voor.
Nog enkele details: ‘vele’ van hen (p. 19) moet zijn: velen. De
‘afgestudeerde’ (p. 21) moet zijn: afgestudeerden. Met ‘PTTS’
(p. 22) bedoelt hij wellicht PTSS: Post-Traumatisch Stress
Syndroom. ‘Speel’ de ideologie een rol (p. 57) is: speelt.
Orthodoxie vertaalt hij als ‘juiste aanbidding’ (p. 58). Ik zou
zeggen: juiste mening. De ‘31’ lidstaten van de NAVO (p. 79 +
113) zijn er 32. ‘Liberated’ (p. 112) moet zijn: liberate. Nina
‘Chroetsjeva’ (p. 145) is Nina Chroesjtsjeva. ‘Was dat wel
gebeurt’ (p. 208) moet zijn: gebeurd. Er worden vele auteurs en
boeken geciteerd, maar een overzichtelijke bibliografie
ontbreekt. De prijs van het boek (12,50 €) ligt beneden de
kostprijs. De schrijver heeft geen commerciële motieven. Dat
siert hem.
©Jef Abbeel, juni 2025
www.jefabbeel.be