home inleiding opdracht werkwijze bronnen beoordeling reflectie docent in Hoogeveen in Zweeloo


Vincent van Gogh in Drenthe

 

Vincent van Gogh in Hoogeveen

Hoogeveen, 11 september 1883

'Zoëven ben ik hier aangekomen. Van de landstreek heb ik vanuit de trein mooie gedeelten gezien van de Veluwe. Doch tegen de tijd dat we in deze contreien aankwamen was het al donker. Zo weet ik er nog niets van. Ik zit nu in een grote gelagkamer*, waar een vrouw zit aardappelen te schillen. Een dezer dagen wil ik met de schuit de gehele Hoogeveense Vaart afvaren, door de veenderijen dwars door de zuidoostelijke hoek van Drenthe heen. Noordwaarts van hier schijnt het prachtige heide te wezen tot Assen toe. Ik ben wel nieuwsgierig.

Hoogeveen, ca. 15 september 1883

'Nu ik hier reeds enige dagen ben en er veel heb rondgelopen, kan ik u meer mededelen omtrent de streek waar ik ben aangeland. Ik voeg hierbij een krabbeltje naar mijn eerste geschilderde studie uit deze buurt, een hut op de heide. Een hut geheel uit plaggen en stokken slechts gemaakt....

Om u een der vele dingen welke op mijn ontdekkingstochten mij iets nieuws te zien en te voelen gaven te noemen, zal ik u vertellen hoe men hier b.v. schuiten ziet, door mannen, vrouwen, kinderen, witte of zwarte paarden trokken getrokken, met turf geladen, midden in de hei, net als de Hollandse, bv. op de Rijswijkse trekweg. De heide is rijk, ik zag schaapskooien en herders die mooier waren dan de Brabantse. De ovens zijn min of meer als bij Th. Rousseau's four communal (gemeenschappelijke oven) staan in de tuinen onder oude appelbomen of tussen de selderij en kool. Bijenkorven ook op veel plaatsen.'

Klik hier voor een schilderij van Van Gogh van een plaggenhut.

Hoogeveen, zondag 16 september 1883

'Waarde Theo,

Zoëven komt uw brief en weet ik dus dat de correspondentie geregeld gaat.

Ik schreef een paar dagen geleden nog een woordje om U een en ander van het land hier te vertellen. Mooi is het hier alles, waar men ook gaat. De heide is veel uitgestrekter dan de Brabantse bij Zundert of Etten althans, ietwat monotoon als het middag is en de zon schijnt overal, doch juist ook dat effect 't welk ik vruchteloos een paar maal reeds toch heb willen schilderen, zou ik niet willen missen. De zee is ook niet altijd pittoresk, maar ook die momenten en effecten moet men bekijken wil men in 't eigenlijke karakter zich niet bedriegen.

Dan - op dat hete middaguur is de heide verre van lieflijk soms - is agacant, vervelend en vermoeiend als de woestijn, even onherbergzaam en als 't ware vijandig. Het te schilderen in dat volle licht, en de wijking der plannen tot in 't oneindige te geven, is iets waar men duizelig van wordt. Daarom moet men niet menen dat het sentimenteel moet worden opgevat, integendeel dat is het bijna nooit. Diezelfde agacant vervelende plek - 's avonds als een arm figuurtje door de schemering zich beweegt - als die uitgestrekte, door de zon verschroeide aardkost donker uitkomt tegen de fijne lila tonen van de avondhemel, en het donker blauwe allerlaatste lijntje aan de horizon, grond van lucht scheidt - kan subliem worden zo als op een J. Dupré (zie hieronder). En de figuren, zij hebben datzelfde, de boeren en vrouwen, niet altijd zijn ze interessant maar als men er geduld mee heeft ziet men het Milletachtige toch geheel en al.'

J. Dupré - "Avond"(1875-1880)

Vincent van Gogh - Plaggenhut (1883)

'Gisteren vond ik een der eigenaardigste kerkhoven die ik ooit zag, verbeeld u een stuk heide met een heg van dicht opeenstaande mastboompjes eromheen, zó dat men menen zou dat 't een gewoon mastbosje was. Evenwel er is een ingang - een kort laantje, en dan komt men op een aantal graven begroeid met bunt en heide. Vele gemerkt met witte palen waarop de namen staan. Ik stuur er u een croquis van naar de studie welke ik ervan schilderde. Ik ben bezig aan een andere studie van een rode zon tussen de berkjes die op een moerassig weiland staan, waar de witte avonddamp uit opstijgt, waarboven men een blauwgrijze horizonlijn van geboomte met een paar daken nog ziet.'


Kerkhof in Pesse, al is niet iedereen daarvan overtuigd.

'Gij vindt hierachter het croquis van 't kerkhofje. De kleur is aldaar zeer eigenaardig. Het is iets schoons de echte heide op de graven te zien, de geur van terpentijn heeft iets mystieks, de donkere strook masthout die het afsluit, scheidt een tintelende lucht van de ruige grond, die in 't algemeen een rosse kleur heeft - fauve - bruinachtig, geelachtig, doch overal met lila tonen. Het was niet makkelijk te schilderen, ik zal er verschillende effecten nog van zoeken, met sneeuw b.v. moet het zeer eigenaardig wezen.'   

Naar Nieuw-Amsterdam

Nieuw-Amsterdam, ca 3 oktober 1883

Waarde Theo, 

'Ditmaal schrijf ik u heel uit de achterhoek v. Drenthe, waar ik gekomen ben na een eeuwig lange vaart in de trekschuit door de heide. Het land u te beschrijven zoals 't zou behoren gedaan te worden, zie ik geen kans toe, daar de woorden mij ontbreken, maar stel u voor de oecers van 't kanaal als mijlen en mijlen Michels (George Michel)of Th. Rousseau's bv., Van Goyens of Ph. de Konincks. Vlakke plannen of stroken, verschillend van kleur, die smaller & smaller worden naarmate ze de horizon naderen. Hier & daar geaccentueerd door een plaggen keet of kleine boerderij of een paar schrale berkjes, populieren, eiken - overal stapels turf en telkens vaart men schuiten met turf of lis uit de moerassen voorbij.'